Sinds Estland in 1991 onafhankelijk werd, is Tallinn een leuke plaats geworden om te winkelen. De prijzen zijn er nog steeds lager dan in de rest van de Europese Unie en je hebt er veel keus. Er zijn internationale winkelketens, designboetieks, winkelcentra en traditionele markten. De leuke souvenirwinkeltjes vind je in de oude stad. De straten rond de Raekoja Platz barsten van de leuke zaakjes.
De meeste winkelcentra vind je in het moderne centrum rond de oude stad. Bekende winkelcentra zijn De la Gardie, in de oude stad, Kaubamaja, Kristiine Keskus, Rotermanni Keskus en Selver. Het grootste winkelcentrum in de stad is Rocca-al-Mare. Voor handwerk en kunst moet je in het oude stadcentrum zijn. Ga eens langs de Katariina käik. Hier vind je in de middeleeuwse huizen veel winkeltjes met handwerk zoals leer, hoeden en glas.
De Kadaka-markt is een vlooienmarkt, waar je niet alleen oude spulletjes vindt, maar ook oude Sovjetsouvenirs en kledingstukken. In de antiekwinkeltjes vind je veel Sovjet-spulletjes, vooroorlogs speelgoed en authentieke iconen. Als je antiek wilt kopen, moet je wel een certificaat hebben, anders wordt het in Estland gezien als smokkelwaar.
Winkels zijn over het algemeen geopend van negen à tien uur ’s morgens tot zes à zeven uur ’s avonds. Grote warenhuizen houden de deuren langer open. Op zondag zijn de meeste winkels gesloten.