Amsterdam ontstond in de 13de eeuw als vissersdorpje aan de monding van de Amstel. Om het land tegen overstromingen te beschermen, legden de eerste bewoners een dam aan in de Amstel. De naam Amstel bestaat uit twee woorden, namelijk “ame” (water) en “stelle” (land) en betekent dus eigenlijk 'waterland'. Doordat de dam achteraf aangelegd werd, heeft men er Amstelledame van gemaakt. Later heeft men deze naam gewijzigd in Amsterdam.
Het oudste document waar Amsterdam in voorkomt is een tolprivilege dat dateert uit 1275. Dit document werd door graaf van Holland Floris V aan de stad gegeven om de inwoners van Amsterdam te vrijwaren van tol voor het vervoeren van goederen over zijn land. Kort na het verkrijgen van de stadsrechten in 1300 begon de stad zich te versterken. Rondom het bebouwde gebied werden grachten gegraven.
Al snel groeide Amsterdam uit tot een belangrijke handelsstad, met bier en haring als belangrijkste exportproducten. De belangrijkste grondstoffen die geïmporteerd werden, waren hout en graan. Dit kwam uit de landen rond de Oostzee. Het bruisende handelscentrum lag in de omgeving van de dam. Hier werden de goederen tijdelijk opgeslagen, omdat men niet zomaar voorbij de Dam kon. Aan de andere kant van de Dam werden de goederen dan overgeladen in een ander schip.
Gedurende de 16de was de stad het slachtoffer van godsdienstige oproer en werd de groei van de vorige eeuwen een halt toegeroepen. Het was de tijd van de Reformatie, met als hoogtepunt de Beeldenstorm in 1566. Zij die het katholieke geloof trouw bleven, werden verbannen. Katholieke kloosters werden met de grond gelijk gemaakt.
De Opstand tegen Spanje in 1568 luidde het begin in van Tachtigjarige Oorlog. Die oorlog had grote gevolgen voor Amsterdam. Doordat de Spaanse troepen havenstad Antwerpen bezetten, schakelden zij ineens Amsterdams grootste concurrent uit. Rijke kooplieden en geleerden trokken naar Amsterdam. Doordat de Spanjaarden ook Portugal en Lissabon bezetten, viel de handel met India stil. Dus besloot Amsterdam zelf schepen naar India te sturen. Hierdoor beleefde de toenmalige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden haar glorietijd. De 17de eeuw wordt ook wel eens de Gouden Eeuw genoemd, omdat de stad toen op economisch, wetenschappelijk en cultureel vlak een echte bloeiperiode kende.
De Tweede Wereldoorlog eiste vele slachtoffers in Amsterdam vermits er indertijd vele Joden omwille van de diamantenhandel naar Amsterdam gekomen waren. Door de Jodenvervolging verloor de stad 10% van haar inwoners. Na de oorlog investeerde de stad veel geld in de heropbouw, vooral dan in de heropbouw van de haven en de luchthaven, om op die manier de handel opnieuw te kunnen stimuleren.
In de jaren ’80 en ’90 herstelde de Amsterdamse economie zichzelf. De stad wordt door de aanleg van nieuwe wegen en fietspaden volledig gerenoveerd en het bedrijfsleven komt weer volop op gang. De laatste jaren is het toerisme steeds meer uitgegroeid tot de belangrijkste pijler van de Amsterdamse economie.