De geschiedenis van Bazel begint waar nu Münsterplatz ligt. Het waren de Kelten die als eersten de plek opeisten en daar rond 50 v.Chr. een nederzetting startten. De naam Bazel was echter nog niet ingeburgerd. Pas in 374 n.Chr. werd de naam Basilia voor het eerst gebruikt, wat ‘koningschap’ in het Latijns betekent.
Net als de meeste andere steden in Europa had Bazel te maken met oorlogen en vernielingen. Toch is de grootste ramp in de Bazelsche geschiedenis van natuurlijke oorsprong. De aardbeving die Bazel in 1356 trof, kreeg de naam ‘le Séisme de la Saint-Luc’ en sloeg erin om de hele stad te vernielen. Tot op heden is deze aardbeving met een verwoestende kracht van 7.1 op de schaal van Richter, de zwaarste die Centraal-Europa ooit heeft getroffen.
Door de aardbeving zijn midden in de nacht verschillende kaarsen en toortsen gevallen waardoor alle gebouwen binnen de stadsmuren onmiddellijk vuur vatten. Meer dan 300 mensen lieten het leven in Bazel en de meeste gebouwen binnen een straal van 30 kilometer werden volledig met de grond gelijk gemaakt. Het gros van de gebouwen die je nu in de stad kunt bewonderen, zijn na die allesvernietigende aardbeving gebouwd.
Bazel werd eeuwenlang bestuurd door bisschoppen. Daar kwam in de 16de eeuw echter een einde aan toen de Beeldenstorm plaatsvond. Kunstwerken en beelden die ooit trots pronkten in de kerken en kloosters werden zonder genade vernield.
In 1501 trad Bazel als 11de kanton toe tot de Zwitserse Confederatie, tegen de wens in van de toenmalige bisschop. Deze weigerde de nieuwe machthebbers toegang tot het stadhuis te verlenen, waarop deze prompt een nieuw stadhuis bouwde. In de daarop volgende eeuwen werd het gebouw verschillende keren vernieuwd en aangepast. Alle oude renaissance gebouwen werden afgebroken en vervangen door grotere exemplaren in de Art Nouveau stijl. Op die manier verbrak Bazel definitief haar banden met het verleden.