Tot voor 1850 werd de plaats waar Las Vegas vandaag ligt, bewoond door de Indianenstam Paiutes. Toen was het gebied niet meer dan een tussenstop voor handelaars en ontdekkingsreizigers op weg naar Californië. Het waren de Mormonen die vanaf de jaren 1850 de eerste structuren van de stad oprichtten. President Brighman Young, die het gebied tussen Salt Lake City en Los Angeles tot het zijne wilde maken, zond missionarissen uit om het gebied te koloniseren en de Indianen te bekeren. Ze bouwden er een fort, dat later tot een ranch werd uitgebouwd. Vandaag zijn nog steeds restanten van dit oude Mormoonse fort te bezichtigen.
Na verloop van tijd verlieten de Mormonen hun nederzetting en keerden terug naar Utah. In 1865 verkreeg de kolonist Octavius Decatur Glass de rechten over het oude fort en gedurende een tiental jaar bouwde hij het fort verder uit en bewerkte de landerijen. Hij bood onderdak en voedsel aan reizigers op weg naar Los Angeles of Salt Lake City en voorzag de mijnwerkers uit de buurt van levensmiddelen. Later kwam het domein in de handen van Archibald Stewart en zijn vrouw, die na zijn dood de ranch verkocht aan de senator van Montana, William Clark. Hij zorgde ervoor dat een uitgebreid treinnetwerk van Utah tot Californië de stad vlot bereikbaar maakte. In 1905 werd het gebied dat vandaag downtown Las Vegas is, in 1200 percelen verdeeld en verkocht aan kolonisten en investeerders. Dat wordt als geboortejaar van de stad beschouwd, want van dan af werden hotels, huizen, scholen en een ziekenhuis aan sneltempo uit de grond gestampt. Dankzij het treinnetwerk kende de stad een bloeiperiode met tal van reizigers die er op weg naar hun eindbestemming een tussenstop maakten.
In 1931 werd de Hoover Dam gebouwd, wat de tewerkstelling in de streek tijdelijk de hoogte in joeg. In datzelfde jaar werd in Nevada ook het gokken gelegaliseerd, dat al jaren heel populair was in de vele bars en pubs, en de wet op scheiding versoepeld. Dat eerste zorgde ervoor dat in 1941 het eerste casino van de stad het daglicht zag. Een nieuwe golf van investeerders vond hierop de weg naar de stad en grote casino’s schoten als paddestoelen uit de grond.
Ook Wereldoorlog II betekende een boost voor de economie van Las Vegas aangezien een luchtmachtbasis opgericht werd. De tewerkstelling en inkomsten van de stad namen sterk toe. De verdere verbetering van het transportnetwerk maakte dat Las Vegas een van de populairste vakantiebestemmingen van het land werd.
Sinds jaren is de sky the limit wat de uitbreidingsmogelijkheden van de stad betreft. Het aantal hotels is in de voorbije twee decennia alleen maar toegenomen. 19 van de 20 grootste hotels ter wereld zijn in deze stad terug te vinden. Las Vegas heeft een jaarlijks bezoekersaantal van meer dan 33 miljoen en de jaarlijkse inkomsten liggen op meer dan $ 5 miljard 250 miljoen. Hoewel gokken ondertussen in alle staten van Amerika is toegelaten en Atlantic City op dat vlak als concurrent van Las Vegas kan worden beschouwd, lijkt de stad hier op geen enkel vlak onder te lijden, integendeel, de populariteit is nog steeds stijgende.
Las Vegas is dan ook een stad waar alles mogelijk is. Het aanbod is duizelingwekkend en men lijkt er elke keer weer in te slagen de grenzen van het mogelijke te verleggen. U zult er tal van attractieparken vinden binnen de muren van het hotel, dus schrik niet als uw hotel in de ontspanningsruimte over pakweg een vuurspuwende vulkaan of een miniatuur Manhattan beschikt. U kunt het namelijk zo gek niet bedenken, of ergens in Las Vegas bestaat het.