In de buurt van Nice, bij de archeologische site Terra Amata, zijn overblijfselen gevonden van een 400.000 jaar oude nederzetting. In de vijfde eeuw na Christus stichtten Grieken uit Marseille de nederzetting Nicaea. De Grieken hadden op die plaats net de Liguriërs verslaan en kozen deze naam als eerbetoon aan Nike, de godin van de overwinning.
Nicaea werd al snel één van de voornaamste handelsposten aan de Ligurische kust. De stad had wel een belangrijke rivaal, Cemenelum, de Romeinse hoofdstad van ‘ Alpes Maritimae’. De twee zouden blijven voortbestaan als aparte steden, tot aan de invasie van de Lombarden. De overblijfselen van Cemenelum vind je nog terug in Cimiez, een wijk van Nice.
In de vierde eeuw werd Nicaea christelijk. In de zevende eeuw sloot Nice zich aan bij het verbond van Genua, gevormd door de Ligurische steden. In 729 overwonnen ze de Saracenen. In 859 en 880 slaagden de Saracenen er uiteindelijk toch in de stad te plunderen en plat te branden. Gedurende de 10de eeuw hadden zij het gebied in handen.
Tijdens de vroege middeleeuwen was Nice een bondgenoot van Pisa, en dus een vijand van Genua. Zowel de koning van Frankrijk als de Romeinse keizer probeerden de stad aan hun macht te onderwerpen. In de loop van de 13de en 14de eeuw viel de stad meerdere keren in handen van de hertogen van de Provence, maar in 1388 sloot de stad zich aan bij de hertogen van de Savoye.
De stad kende toen een grote bloeiperiode. Nice werd een belangrijke havenstad. De stadsmuren werden uitgebreid, de wegen naar de stad werden verbeterd. Tijdens de oorlog tussen Francis I en Charles V liep de stad heel wat schade op. De stad had ook te lijden onder hongersnood en de pest. In 1358 sloten de twee koningen, door de bemiddeling van paus Paul III, een wapenstilstand van tien jaar. In 1543 vielen Francis I en Barbarossa de stad aan. Die inwoners slaagden erin stand te houden, wat gevolgd werd door een een verschrikkelijk bombardement. Uiteindelijk moest de stad zich overgeven. Barbarossa plunderde Nice en nam 2500 krijgsgevangen mee. In 1550 en 1580 heerste de pest opnieuw in de stad.
In 1600 nam de hertog van Guise de stad in. Hij opende de havens voor alle landen en riep vrijheid van handel uit. Dit was belangrijk voor de economische bloei van de stad. In 1691 veroverde generaal Catinat de stad en lijfde haar terug in bij de Savoye. In 1705 namen de Fransen de stad weer over. De stadswallen en de citadel werden verwoest. Vanaf het begin van de 18de eeuw behoorde de stad achtereenvolgens tot de Savoye, de Fransen en de Spanjaarden, de koning van Sardinië en opnieuw de Fransen. Vanaf 1814 was Sardinië er weer aan de macht. In 1860 koos Nice voor de definitieve toetreding tot Frankrijk. De aanvang van de 20ste eeuw luidde het begin in van de industriële revolutie. In 1900 kreeg Nice haar eigen tramlijn.
In 1947 werd Jean Médecin burgemeester van de stad, wat hij zou blijven tot in 1965. In 1966 volgde zijn zoon Jacques hem op. Jacques Médecin bleef burgemeester tot 1990. Toen moest hij uit Frankrijk vluchten omdat hij beschuldigd werd van politieke corruptie. Uiteindelijk werd hij opgepakt in Uruguay en naar de gevangenis gestuurd. Sinds 1995 is Jacques Peyrat burgemeester van Nice. Hij is een voormalig lid van het extreem-rechtse Front National, maar behoort nu tot de partij UMP.
Ben je een beetje geïnteresseerd in het Romeinse verleden van Nice, bezoek dan zeker de thermen en het amfitheater in Cimiez. Een bezoek aan het Archeologisch Museum kan dan natuurlijk ook niet ontbreken, hoewel het er wel handig is dat je een woordje Frans spreekt!