Binnen de EU
Ga je op reis binnen de Europese Unie, dan moet je huisdier in het bezit zijn van een Europees paspoort. Op dit paspoort staan beschrijving van het dier, de naam en het adres van de eigenaar en het bewijs van vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës) . Een Europees paspoort kun je krijgen van je dierenarts. Katten en fretten hebben dit paspoort enkel nodig voor reizen naar andere landen, maar voor honden geldt het ook als bewijs van identificatie en registratie. Raak je dit paspoort kwijt, dan kan je steeds een duplicaat aanvragen bij de BVIRH (de Belgische Vereniging voor Identificatie en Registratie van Honden). Het spreekt vanzelf dat je je huisdier moet laten inenten tegen hondsdolheid. De dierenarts maakt een aantekening van de vaccinatie in het paspoort..Als eigenaar ben je verplicht bij je huisdier een identificatie aan te brengen. Dit kan je eveneens laten doen bij de dierenarts. Dit kan een identificatie met onderhuidse microchip zijn, die enkel geplaatst mag worden door een erkende dierenarts. Je kunt eveneens kiezen voor een duidelijk leesbare tatoeage. Die mag gezet worden door een dierenarts of een erkende vereniging. Reist je dier mee naar Zweden, Malta, Ierland of het Verenigd Koninkrijk, dan ben je verplicht een microchip te plaatsen. In deze landen geldt trouwens een specifieke procedure, gebaseerd op de nationale wetgeving. Meer info vind je op: www.defra.gov.uk (UK), www.sjv.se (Zweden), www.agriculture.gov.ie (Ierland), www.gov.mt (Malta).
Een huisdier jonger dan drie maanden hoef je niet te vaccineren, maar een lidstaat van de Europese Unie mag wel dieren jonger dan drie maanden weigeren. Vraag op de ambassade best op voorhand naar de specifieke eisen van het land.
Als er iets niet in orde is, kan de douane je huisdier aanhouden. In dat geval wordt het in quarantaine geplaatst of teruggestuurd naar het land van herkomst. In het geval van quarantaine wordt het dier vrijgelaten van zodra het wel aan de voorschriften voldoet.