Op de trein, bus, autocar of vliegtuig
De meeste treinen laten huisdieren toe, mits je een som bijbetaalt. De Eurostar laat geen dieren toe, met een uitzondering van begeleidingshonden. Je kunt best de website van de treinmaatschappij zelf raadplegen. Zorg op voorhand voor een muilkorf, bepaalde maatschappijen verplichten het gebruik ervan.Busmaatschappijen zijn over het algemeen niet zo happig op het vervoer van huisdieren. Busmaatschappij Eurolines laat bijvoorbeeld geen huisdieren toe op hun bussen. Op sommige pendeldiensten is een klein diertje toegestaan. Vraag het op voorhand na bij je vervoersmaatschappij.
Reis je met de boot, dan is het vervoer van huisdieren meestal geen probleem. Het huisdier zal dan bij jou of in je wagen moeten blijven of in een kennel aan boord. Vraag het op voorhand na.
Als je met het vliegtuig reist en je trouwe viervoeter graag wilt meenemen, vraag dan informatie aan de vliegmaatschappij. Over het algemeen mag een dier van minder dan 5 kg bij je blijven, als het in een kooi zit die door de luchtvaartmaatschappij gehomologeerd is. Als het dier zwaarder is, zal het, eveneens in een kooi, mee moeten reizen in het ruim. Laat de hond op voorhand al wennen aan de kooi door hem thuis ergens neer te zetten en het dier er op eigen houtje in te laten gaan. Informeer bij je dierenarts of het goed is je dier een kalmeringspilletje te geven om de stress tegen te gaan.
De tarieven kunnen sterk verschillen. Sommige luchtvaartmaatschappijen hebben een vast tarief voor honden of katten. Als je huisdier mee kan in het ruim of in de cabine wordt hij vaak als bagage aangezien. Je betaalt dan gewoon het extra bagagetarief. Laat geruime tijd op voorhand aan de maatschappij weten dat je van plan ben een huisdier mee te nemen. Het aantal plaatsen is immers beperkt. Neem 24 uur voor je vertrekt nog eens contact op met de maatschappij om te vragen of ze er zeker rekening mee gehouden hebben.
Met je wagen
Je huisdier meenemen in de wagen is geen sinecure en vraagt een hoop geduld. Dieren, en zeker honden, zijn vaak niet gewend aan het rijden en zullen in eerste instantie angstig reageren. Een kat vervoer je best in een draagkooi, je hond best in een transportmand of achter een speciaal rooster. Hier vind je enkele tips om de reis met je hond zo vlot mogelijk te laten verlopen:- Laat je hond op voorhand wennen aan het autorijden door hem regelmatig mee te nemen voor een ritje. Begin met korte ritjes, rijd dan telkens iets langer.
- Geef je hond zes uur voor het vertrek geen eten meer.
- Stop onderweg regelmatig (minstens om de twee uur) zodat je hond een beetje kan bewegen, een plasje doen en iets drinken. Neem z’n eigen drinkbak mee, dan voelt die zich meteen op z’n gemak. Laat hem tijdens de stoppauzes aan de leiband. De hond kan immers een schrikreflex krijgen in een onbekende omgeving en daarom wegvluchten. Neem ook z’n vertrouwde droge hondenbrokken mee. Voorkom in ieder geval dat hij etensresten van de grond eet.
- Laat het dier nooit alleen achter in de auto, zeker niet als het buiten warm is. Een zonneslag kan zeer gevaarlijk zijn!
- Als de hond veel last heeft van wagenziekte, kan je bij de dierenarts terecht voor een pilletje waardoor de reis draaglijker wordt.
- Veel honden vinden het leuk uit het raam van je wagen te hangen om naar frisse lucht te happen. Dit is helaas niet zo’n goed idee! Het verhoogt de kans op ooginfecties en oorontstekingen aanzienlijk.
- In bepaalde landen (Italië, Duitsland en Spanje) gelden er speciale regels voor het vervoer van honden in de auto. In Duitsland moet de hond bijvoorbeeld een veiligheidsgordel dragen.