Rijsel werd in de 11de eeuw op een eiland in de Deûle rivier gesticht door Boudewijn V, graaf van Vlaanderen. De stad behoorde in de middeleeuwen dan ook lange tijd tot het graafschap Vlaanderen en kende tijdens deze periode een enorme ontwikkeling en bloei. De stad had immers een belangrijke functie als overslagpunt op de Deûle rivier, waar schepen ontladen werden omdat de rivier niet diep genoeg was. Doordat Rijsel zo welvarend werd, wensten zowel de Graven van Vlaanderen als de koningen van Frankrijk de handelsstad in hun bezit te hebben.
Door het huwelijk van Margaretha van Vlaanderen en Fillips de Stoute kwam Rijsel uiteindelijk in het bezit van de Bourgondische koningen. De stad werd door hen verder uitgebreid en won gestaag aan belang in het Bourgondische rijk. Tot het einde van de 15de eeuw bleef Vlaanderen in Bourgondische handen. Maar na de dood van Karel de Stoute, die van 1433 tot 1477 over Bourgondië en Vlaanderen heerste, was zijn dochter Maria van Bourgondië de enige erfgename. Doordat zij met Maximiliaan van Oostenrijk, zoon van de keizer van Habsburg, trouwde kwam Rijsel in de handen van de Habsburgers terecht. Rijsel werd vanaf dan bij de Spaanse Nederlanden gerekend. Het einde van de 16de en het begin van de 17de eeuw wordt voor Rijsel een soort gouden eeuw. In die periode werden er talloze kloosters opgetrokken en de stad werd sterk uitgebreid.
Aan dat mooie liedje kwam in 1677 een eind: Rijsel wordt ingenomen door Lodewijk XIV en kwam op die manier in het bezit van Frankrijk. Hiervan getuigen ook de vele gebouwen in Franse klassieke stijl die je nog overal in de stad kan zien. Helaas worden veel van die gebouwen, vooral de katholieke bouwwerken, tijdens de Franse Revolutie vernield. Ook werd de stad tijdens de revolutieoorlogen door Oostenrijk belegerd. Maar Rijsel kon weerstand bieden en bleef in Franse handen.
Na die revolutietijd brak er voor Rijsel gelukkig een relatief rustige periode aan. In de 19de eeuw, tijdens de industriële revolutie, kende Rijsel daarenboven een enorme groei. De stad annexeerde verschillende omliggende gebieden en de bevolking verdubbelde. Zo ontwikkelde Rijsel zich tot een belangrijk, modern industrieel centrum in Noord-Frankrijk. Vooral de textielindustrie vierde in Rijsel hoogtij.
Helaas volgde er daarop in Rijsel een lange donkere periode. De economische bloei van de stad werd gestuikt door de Eerste Wereldoorlog, die Rijsel in ravage achterliet. De daaropvolgende wereldwijde crisis in de textielindustrie deed Rijsel uiteraard eveneens geen goed. Daarna volgde nog de Tweede Wereldoorlog, waardoor de heropbouw van de Rijselse economie niet kon worden opgestart. In de jaren 1980 kreeg de stad haar genadeslag toen ook de metaalindustrie en haar kolenmijnen instortte. De stad raakte in verval en veranderde in een grijze, onaantrekkelijke industriestad. Haar inwoners hadden onder armoede en werkloosheid te lijden.
In de decennia die volgden kwam Rijsel terug wat tot leven en werd er flink in de stad geïnvesteerd. De focus verschoof van industrie naar de dienstensector. Door het restaureren van oude gebouwen en de constructie van nieuwe moderne gebouwen kreeg de stad een nieuw gezicht. Rijsel vond stilaan haar oude glorie weer terug en werd in 2004 voor haar indrukwekkende opknapbeurt door beloond met de benoeming van culturele hoofdstad van Europa. Vandaag kan je in Rijsel verschillende culturele evenementen bijwonen en trekt de stad jaarlijks miljoenen bezoekers.