Rond 28 voor Christus bouwden de oude Romeinen een militaire nederzetting in Turijn die de naam Castra Taurinorum kreeg. Ook het huidige orthogonale stratenplan van het Turijnse stadscentrum wijst nog steeds op die typische vroeg-Romeinse invloeden. Toch woonden er hoogstwaarschijnlijk ook al vóór de komst van de Romeinen significante aantallen mensen in het gebied rondom het huidige Turijn.
De rijkdommen van de Savoyes
Tijdens de late middeleeuwen volgde er met de stichting van een prestigieuze universiteit een nieuw hoogtepunt in de Turijnse geschiedenis. Het was echter de Nieuwe Tijd waarin Turijn pas ten volle op de voorgrond van het Europese toneel zou treden. Immers, in 1563 maakte Emanuel Filibert van Savoye als landvoogd van de Habsburgse Nederlanden van Turijn de hoofdstad van zijn hertogdom. Het is door die invloed van de adellijke Savoye-familie dat de imposantste Turijnse gebouwen tot de architecturale stroming van de barok behoren.
Turijn als pelgrimsoord
Toch is er ook een voorbeeld van renaissance-architectuur terug te vinden in het stadscentrum, de Duomo di San Giovanni. Hoewel het hier eigenlijk om een erg sobere kerk gaat, lokt het bijzondere relikwie dat de kerk herbergt elk jaar opnieuw duizenden pelgrims naar Turijn. Dit relikwie, de lijkwade van Turijn, is een doodskleed dat volgens de legende zou hebben toebehoord aan Christus zelf.
Bloeiende economie
1899 betekende een nieuw hoogtepunt voor de Turijnse geschiedenis, toen de familie Agnelli het automerk Fiat oprichtte. Gedurende de hele 20ste eeuw zou dit bedrijf een prominente plaats innemen in de ontwikkeling van de Turijnse economie en ook anno 2015 is Fiat nog steeds van grote waarde voor Turijn. In 2006 ten slotte stond Turijn weer in de kijker als thuisbasis van de Olympische Winterspelen.