Geschiedenis van Warschau
In 1241 werd er voor de eerste keer van de stad gewag gemaakt. Vanaf 1350 bouwde men een eerste stadsmuur, in 1380 begon men aan een tweede. Eind 14de eeuw werd er een nieuwe stad gesticht, Nieuw Warschau. In 1408 viel de stad in handen van Janusz Masowiecki. In 1413 werd Warschau de hoofdstad van zijn vorstendom Mazovië.
In 1526 sloot Mazovië zich aan bij de Poolse koning, op dat moment koning Sigmund de Oude. In 1546 vestigde de weduwe van Sigmund de Oude, koningin Bona, zich in de stad. In 1569 werd het Pools-Litouwse Gemenebest gevormd, een unie van het koninkrijk Polen en het Grootvorstendom Litouwen. Vanaf 1573 was Warschau de plaats waar het Poolse parlement, de sejm, bijeenkwam om een nieuwe koning te kiezen. Op het eind van deze eeuw besloot men dat voortaan niet meer Kraków, maar Warschau als hoofdstad zou fungeren. Officieel bleef Kraków nog tot 1795 de hoofdstad van het Poolse koninkrijk. De stad kende een grote periode van bloei.
Vanaf 1655 lag de stad onder vuur van de Zweedse en Transsylvanische troepen. De stad werd drie keer ingenomen. Tijdens deze ‘zondvloed’ werden de stad geplunderd en verdwenen talrijke belangrijke culturele en historische werken. In 1683 versloeg Jan Sobieski III de Turken bij Wenen. Na deze daad werd hij verkozen als koning en kwam Warschau weer tot bloei. In 1772 werd het Gemenebest voor de eerste keer verdeeld tussen Rusland, Oostenrijk en Pruisen. In 1791 keurden hervormingsgezinde parlementariërs een eerste grondwet goed, tot dan de meest liberale grondwet van Europa. In 1793 volgde de tweede Poolse deling en moest het land weer grote gebieden afstaan. Poolse patriotten kwamen in opstand, maar het mocht niet baten. In 1795 werden de laatste resten van Polen verdeeld.
Tijdens de Franse overheersing van Napoleon in 1806, werd het hertogdom Warschau gesticht. In 1815 werd het de hoofdstad van Congres-Polen, een Russische satellietstaat aan het hoofd de tsaar als koning. In 1830 en 1863 waren er gewapende opstanden tegen de overheersing van de Russen. Toch zorgden de Russen ervoor dat de stad weer tot bloei kwam.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bezetten Duitse troepen de stad. In 1918 werd Polen bevrijd door Józef Pilsudski, die de Tweede Republiek stichtte, ofwel de moderne staat Polen. Zelf werd hij de eerste president van die staat. In 1922 moest de president zich terugtrekken, maar in 1926 pleegde hij een nieuwe staatsgreep. De president-dictator zou nog tot aan zijn dood in 1935 aan de macht blijven.
In 1939 bezetten de Duitse troepen de stad. Meer dan 300.000 doden vonden onder de Duitse bezetting de dood. In 1943 ontstond er een massale opstand in het getto van Warschau, die na veel moeite onderdrukt werd. In 1944 volgde de Opstand van Warschau, een gewapende opstand van het Poolse verzetsleger Armia Krajowa. De Polen hielden 63 dagen stand, maar er vielen duizenden gewonden. Tijdens de opstand werd 85% van de stad in opdracht van Hitler verwoest. Na de oorlog werd de stad identiek heropgebouwd door de Russen. In 1980 kreeg Sytare Brodno, de oude stad, een plaats op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Nog een trip naar Warschau boeken?
Bekijk zeker even de aanbiedingen bij volgende partijen:
