De Camargue is een uitgestrekt en moerassig gebied dat eeuwen geleden is ontstaan als gevolg van de machtsstrijd tussen de Rhône, de Middellandse Zee en de wind. Toch lijkt het oorspronkelijke panorama van de regio doorheen de jaren ingrijpend veranderd te zijn, zowel door de combinatie van zoet Rhône-water en zout zeewater als door de menselijke invloed. Zo is de Camargue al eeuwenlang bewoond, waardoor de woeste natuur stilaan getemd is door afvoerkanalen, dijken, rijstvelden en zoutpannen.
De Camargue is een uitgestrekt en moerassig gebied dat eeuwen geleden is ontstaan als gevolg van de machtsstrijd tussen de Rhône, de Middellandse Zee en de wind. Toch lijkt het oorspronkelijke panorama van de regio doorheen de jaren ingrijpend veranderd te zijn, zowel door de combinatie van zoet Rhône-water en zout zeewater als door de menselijke invloed. Zo is de Camargue al eeuwenlang bewoond, waardoor de woeste natuur stilaan getemd is door afvoerkanalen, dijken, rijstvelden en zoutpannen.
De eerste bewoners
De eerste sporen van menselijke beschaving dateren uit de oudheid - toen de Camargue nog een eiland was. Dat eiland stond tijdens die periode volledig in het teken van de Egyptische zonnegod Ra. In de latere periodes begon de Rhônedelta te drijven, waardoor het eiland van de Camargue voortdurend verplaatste. Nog wat later veroverden de Romeinen het gebied en gebruikten ze de Camargue hoofdzakelijk voor zoutwinning. Die zoutwinning namen de Cisterciënzer en benedictijner monniken over in de middeleeuwen. In de zestiende en zeventiende eeuw snoven ten slotte ook de grootgrondbezitters de geur van geld. Ze trokken vooral naar de omgeving van Arles en bakenden er hun territorium af.
Overwonnen natuur
Oorspronkelijk was de Camargue een ongerept natuurgebied waar schapen, paarden en vee in het wild leefden. Maar toen de mensen de streek begonnen te overheersen, probeerden ze al snel om de natuur naar hun hand te zetten en op die manier te zorgen voor vruchtbare landbouwgrond. In 1859 bouwde de lokale bevolking bijvoorbeeld de eerste zeedijk in het gebied, om zo het zoute zeewater op een afstand te houden. Tien jaar later bouwden ze dan weer een dam aan de oevers van de Rhône, om op die manier de overstromingen in de Camargue te beperken. Zo leefde de Camargue op als landbouwregio, maar werd wel de natuurlijke toevoer van water afgesloten.
Manades
Vlak na de bouw van de dijken, trokken rijke bevolkingslagen naar de regio om er manades neer te poten. Dat zijn traditionele landgoederen of ranches die typisch zijn voor de Camargue. Doorgaans vormen ze de thuisbasis van honderden semi-wilde stieren of paarden, die gehoed worden door een herder.
Rijstteelt
Net na het einde van de Tweede Wereldoorlog besloot de bevolking van de Camargue dat de rijstteelt aan uitbreiding toe was. Ze legden dan ook een groot aantal irrigatiekanalen aan, die ervoor zorgden dat ze een grotere oppervlakte van het moerasland konden gebruiken. Door deze menselijke ingrepen in de natuur, was er echter wel nood aan een zorgvuldig waterbeheersysteem om de ondergrond in balans te houden. Vandaag de dag liggen er dan ook heel wat pompgemalen en irrigatie-en drainagenetwerken verspreid in het landschap.