Corsica - het zonovergoten eiland van de schoonheid - ligt op slechts 180 kilometer van de Franse kust, maar is toch zo'n zeldzame bestemming die alles heeft. Met zijn cocktail van een azuurblauwe zee, witte stranden, pittoreske dorpjes en groene bergen heeft het Île de Beauté zijn naam dan ook niet gestolen. Tel daarbij ook nog eens zo'n 300 dagen zon per jaar en je hebt meteen alle ingrediënten voor een succesformule. Wij trokken rond in het noordelijke deel van Corsica en ontdekten een veelzijdig eiland met achter elke hoek een nieuwe verrassing. Ben je nog op zoek naar een vakantiebestemming voor dit jaar? Dan vertellen we je graag waarom wij een reis naar Corsica meer dan de moeite vonden.
Aangenaam reizen naar Corsica met de trein en boot
Onze reis naar Corsica start in het station van Brussel-Zuid, waar we meteen op de TGV richting Marseille kunnen stappen. Reizen met de trein blijkt verrassend aangenaam. Niet alleen omwille van de mooie uitzichten tijdens de rit, maar ook omdat je de luxe hebt om af en toe wat rond te wandelen en je benen te strekken. Al snel zien we hoe het druilerige Belgische weer plaats begint te maken voor een vleugje mediterrane zon en een kleine 5,5 uur later mogen we al voet zetten op Zuid-Franse bodem. In het station van Marseille maken we een vlotte overstap op de metro richting de haven, waar we met een ferry van Corsica Linea naar L’île-Rousse zullen varen. Na een korte inscheping procedure mogen we aan boord en installeren we ons in onze kajuit. Ook de reisformule per boot blijkt een aangename ontdekking: genieten van een maaltijd in het restaurant en iets drinken in de bar, om vervolgens je ogen te sluiten en wakker te worden op zee met een prachtige zonsopgang.
De volgende ochtend wacht onze Nederlandstalige gids Marlène - sinds jaar en dag verliefd op Corsica - ons op aan de haven om ons rond te leiden in de regio Haute-Corse. We nemen plaats in de bus en vertrekken meteen naar onze eerste stop: Saint-Florent. Ondanks het vroege uur slagen de prachtige landschappen onderweg erin om toch onze ogen open te houden. De bergen lijken door de opkomende zon bijna blauw te kleuren. Corsica maakt meteen al een opmerkelijke indruk.
Beroemdheden spotten in Saint-Florent
De badplaats Saint-Florent - in de volksmond ook wel bekend als het Saint-Tropez van Corsica - is de thuisbasis van een charmante haven waar beroemdheden wel vaker met hun jacht neerstrijken. Al is dat niet het enige wat er te zien valt in het dorpje. De gezellige steegjes met de oude huizen aan weerskanten zorgen voor pittoreske taferelen, terwijl je in de kleine winkeltjes kan kennismaken met lokale ambachten en specialiteiten. In het straatbeeld zijn de Genuese invloeden nog duidelijk zichtbaar, met als toonbeeld de Genuese citadel die over het plaatsje waakt. We brengen een kort bezoek aan het dorpje waar de zuiderse sfeer duidelijk heer en meester is en zetten daarna koers richting de tweede grootste stad van het eiland: Bastia.
Napoleon achterna in Bastia
Bastia vormt de thuisbasis van de grootste haven van Corsica en staat ook wel bekend als de toegangspoort van het eiland. Blikvanger is de Place Saint-Nicolas, een van de grootste pleinen van Europa. Wuivende palmbomen werpen er hun schaduw over de terrasjes en bankjes langs het plein, terwijl in het midden van het plein het standbeeld van Napoleon meteen de aandacht steelt. De bekende Franse overheerser bracht een groot deel van zijn jeugd door in Corsica en heeft er duidelijk zijn sporen nagelaten. We bezoeken er een van de oudste winkels van het eiland: Cap Corse Mattei, nu een gerenommeerde drankenhandelaar waar je een degustatie kan krijgen van het bekende aperitief Cap Corse.
We vervolgen ons bezoek aan de stad en struinen er door mediterrane straatjes, bezoeken er een aantal barokke kerken en genieten van het prachtige uitzicht over de haven, alvorens ons op een terrasje te placeren voor een heerlijke lunch. De culinaire ontdekkingstocht gaat verder in de lokale brouwerij van het Pietra bier, een Corsicaanse delicatesse met verrassende ingrediënten als kastanje. We krijgen er een rondleiding door de fabriek en eindigen met een degustatie. In combinatie met de lokale kazen een voltreffer van formaat.
Op het toneel van de onafhankelijkheidsstrijd in Corte
We trekken verder richting Corte, een universiteitsstad in het hart van de Corsicaanse heuvels. De stad was vroeger het toneel van de onafhankelijksstrijd van Pascal Paoli, een naam die wel vaker opduikt in de geschiedenis van Corsica en die een groot deel van het eiland van de Genuese macht bevrijdde. Paoli zorgde er zelfs voor dat Corte zich een tijdlang de hoofdstad van Corsica mocht noemen. Wie meer wil leren over de onafhankelijkheidsstrijd van het eiland en de woelige geschiedenis van Corte, moet zeker eens naar Place Gaffori gaan, waar een standbeeld van generaal Gaffori staat. Achter het standbeeld kan je nog steeds het oorspronkelijke huis van de generaal bezichtigen, waar Genuese geweren grote kogelgaten in de muur hebben gemaakt. Wie wat wil uitblazen na de portie geschiedenis, kan terecht in de gezellige brasserietjes en terrasjes in het historische centrum. Breng ook zeker een bezoekje aan de citadel, waar je een prachtig uitzicht hebt over de stad.
We vervolgen onze reis richting Calvi, maar maken eerst nog een tussenstop in het Domaine d’Alzipratu. Hier bevinden zich de wijngaarden van de beste Corsicaanse wijnen. We krijgen er een verrassend heldere uitleg over het brouwproces en eindigen met een degustatie in de brouwerij zelf. Als afscheid krijgen we nog een overheerlijke lunch voorgeschoteld op het domein zelf, die we opeten aan één lange tafel onder een blauwe hemel met een stralende zon. La vie en rose in alle opzichten.
Wandelen en flaneren in Calvi
In de buurt van Calvi bevindt zich het dorpje Lumio. En omdat Corsica natuurlijk ook een paradijs is voor wandelliefhebbers, mag een wandeling niet op het programma ontbreken. We starten onze tocht naar het verlaten bergdorpje Occi, waar de laatste inwoner de geest gaf in 1927. De wandeling naar de top blijkt er goed mee te vallen en levert prachtige uitzichten over de baai van Calvi op. Maar ook Occi zelf is de inspanning zeker waard. De vele ruïnes in het dorpje zorgen namelijk voor een mysterieuze en bijna spookachtige sfeer. Enkel het kerkje is er nog volledig intact. Wanneer je blijft tot de zon ondergaat, word je getrakteerd op een spectaculair kleurenpalet dat zich over de baai verspreidt.
In Calvi zelf is het zalig vertoeven aan de haven. We flaneren in de ochtend over de boulevard langs de vele boten en zien hier en daar vissers zich klaarmaken voor hun vangst van de dag. Boven de haven torent de indrukwekkende Genuese citadel over de stad uit. We genieten van de eerste zonnestralen en wandelen richting het treinstation. Daar stappen we op een toeristisch treintje dat ons in een gezapig tempo meeneemt langs prachtige landschappen die de kustlijn volgen. We passeren witte zandstranden en idyllische dorpjes, tot we op onze bestemming arriveren: L’Île-Rousse.
Genieten van de zon in L’Île-Rousse
L’Île-Rousse is een erg populaire badplaats en we zien meteen waarom. De temperaturen bereiken er een hoogtepunt en het lange zandstrand nodigt uit tot een namiddag in de zon. In het centrum stallen marktkramers regelmatig hun kraampjes uit om hun Corsicaanse delicatessen aan de man te brengen, terwijl op de achtergrond de Corsicanen de sfeer zetten met een typisch spelletje jeu de boules. We kuieren wat over de promenade en stuiten op het standbeeld van de zeemeermin. L'Île-Rousse blijkt zowaar een tweede Kopenhagen te zijn. De namiddag is gereserveerd voor een bezoek aan het park van Saleccia, een botanische tuin van maar liefst zeven hectare. Je kan er kennismaken met de biodiversiteit van het eiland en vooral de flora van de maquis overheerst er. De groene setting is een aangename afwisseling met de kust en nodigt uit tot een wandeling in de schaduw van de mediterrane vegetatie.
De reis loopt op zijn einde. We gaan terug aan boord van de ferry van Corsica Linea en varen uit terwijl de zon langzaam ondergaat. We snappen waaraan L’Île-Rousse haar naam te danken heeft. In de avondzon kleuren de rotsen rond de baai opvallend rood. We krijgen een laatste spectaculaire zonsondergang voorgeschoteld, vooraleer koers te zetten naar het Franse vasteland. De kustlijn met haar gouden stranden verdwijnt stilaan aan de horizon. Corsica doet haar titel van Île de Beauté alle eer aan.
Corsica praktisch
Vervoer
- De TGV Brussel-Frankrijk rijdt zo’n 3 keer per dag rechtstreeks naar Marseille. De snelste reistijd bedraagt 5u10. Tickets kan je kopen op de website van NMBS Europe: b-europe.com. Je kan ze thuis printen of je kan ze uploaden via de mobiele app van NMBS Europe.
- De ferries van Corsica Linea varen vanuit Marseille naar L’Île Rousse, Bastia, Porto Vecchio en Ajaccio. Meer informatie vind je op: https://www.corsicalinea.com/.
- WIj reden rond met een privébus, maar om het eiland te verkennen is een huurauto toch wel een must. Wil je liever je eigen auto meenemen, dan is een reis per boot zeker een aanrader.
Overnachten
- Tijdens de heen- en terugreis overnachtten we op de ferry van Corsica Linea in onze eigen kajuit die plaats bood voor 4 personen. Wil je graag zicht op zee? Kies dan zeker voor een buitenkajuit.
- In Corte overnachtten we in hotel Dominique Colonna - een viersterrenhotel met een buitenzwembad, uitzicht op de bergen en een zalig terras dat uitnodigt om te aperitieven.
- In Calvi sliepen we in hotel Revellata - een driesterrenhotel met buiten- en binnenzwembad dat op wandelafstand van het strand ligt.
Culinair
- Als je naar Corsica trekt, proef dan zeker eens van het heerlijke Pietra Bier.
- Liefhebbers van uitstekende wijnen kunnen terecht op het Domaine d’Alzipratu.
- Corsica staat bekend om haar delicatessen met kastanje, everzwijn en lokale kazen.
Geschreven door Els Dupont