Verscholen in de hoge bergen van de Spaanse Pyreneeën liggen een aantal pittoreske dorpjes die elke bezoeker verrassen door hun mystieke uitstraling. Al kuierend door de vele straatjes en steegjes kan je geleidelijk aan de verborgen geheimen van deze plaatsen ontdekken. We sommen er enkele voor je op.
Verscholen in de hoge bergen van de Spaanse Pyreneeën liggen een aantal pittoreske dorpjes die elke bezoeker verrassen door hun mystieke uitstraling. Al kuierend door de vele straatjes en steegjes kan je geleidelijk aan de verborgen geheimen van deze plaatsen ontdekken. We sommen er enkelen voor je op.
Aínsa
Het dorpje Aínsa, hoofdstad van de streek Sobrarbe, is door zijn onvervalste middeleeuwse centrum uitgeroepen tot één van de mooiste dorpjes van de Pyreneeën. Naast het oude centrum is er ook een modern gedeelte met winkels te vinden. Bovenop de heuvel van Aínsa ligt een historisch vestingskasteel dat dateert uit de elfde eeuw. Verder kan je in dit dorpje ook de gerestaureerde romaanse kerk Santa María vinden, die eveneens dateert uit de elfde en twaalfde eeuw. Het bijzondere aan deze kerk is de kloostergang, die door de vele aanpassingen doorheen de tijd een onregelmatige vorm heeft verkregen. Daarnaast valt ook de toren op, die vroeger vooral gebruikt werd als verdedigingselement. De zichtbare schietgaten zijn het levende bewijs hiervan. Ook de Plaza Mayor, het grote plein dat dateert uit de twaalfde en dertiende eeuw, is zeker een bezoekje waard. Rondom dit plein vind je veel adellijke huizen, zoals Casa Arnal.
Alquézar
Alquézar is een pittoresk middeleeuws dorpje gelegen op een rotsige heuvel in het nationale park Sierra de Guara. Door zijn unieke locatie en rijk historisch erfgoed is dit dorpje uitgeroepen tot kunsthistorisch monument. Zo is er een oude dorpskern terug te vinden die je met zijn smalle en steile straatjes terugneemt naar de middeleeuwen. In deze dorpskern trekt de Plaza Mayor of het grote plein meteen de aandacht. Het uitzicht is namelijk erg onregelmatig, omdat de bewoners aan het plein een overdekte portiek wilden hebben en ze deze elk op hun eigen unieke manier hebben gebouwd. Daarnaast ligt er in Alquézar een groot kasteel en klooster: het Colegiata de Santa María. Hier zijn nog enkele stukken over van de stadsmuur, de romaanse kerk en de toren. Maar naast deze culturele belevenissen, valt er ook heel wat te ontdekken in de omgeving rond Alquézar. Het dorpje ligt namelijk tussen verschillende kloven, waardoor het de uitgelezen plek is voor canyoning. Bovendien is er een groot aanbod aan wandelroutes, die je meenemen langs eeuwenoude rotsschilderingen.
Roda de Isábena
Roda de Isábena was vroeger de hoofdstad van het graafschap Ribagorza. Bovendien had dit dorpje in de tiende eeuw ook een bisschopszetel, waardoor er nog steeds een romaanse kathedraal terug te vinden is. Vermoedelijk is Roda de Isábena zelfs het kleinste dorpje in Spanje dat een eigen kathedraal heeft. Daarnaast was dit dorp ook een belangrijke vestingplaats die de vallei van Isábena domineerde door zijn hoge ligging op een heuvel. Toen de bisschopszetel in 1149 echter werd overgedragen aan Lérida, verloor het dorpje heel wat van zijn glans. Toch is het vandaag de dag zeker de moeite om een bezoekje te brengen aan het prachtig gerestaureerde Roda de Isábena.
Graus
Tegenwoordig is het dorpje Graus benoemd tot ‘hoofdstad’ van de streek Ribagorza. Je vindt er dan ook de voornaamste winkels en instanties van de Ribagorza terug. De oude kern van Graus, waar nog steeds stukken van de oude stadsmuur en de drie oorspronkelijke toegangspoorten te bezichtigen zijn, is in 1975 tot kunsthistorisch monument uitgeroepen. Wanneer je door de smalle straatjes van de wijk Barrichós loopt, waan je je terug in de middeleeuwen. Daarnaast zijn de middeleeuwse brug over de rivier de Ésara en het standbeeld van Joaquín Costa ook prachtige bezienswaardigheden. Deze laatste was verantwoordelijk voor de bouw van het stuwmeer Lago Barasona. Iets boven Graus ligt ook de romaanse basiliek Basílica de la Virgen de la Peña. Deze plaats biedt een adembenemend uitzicht over de valleien van Ésera en Isabena.
Jaca
Jaca is als hoofdstad van de streek Jacetania uitgegroeid tot een belangrijke toeristische plaats in de Spaanse Pyreneeën. Er zijn dan ook tal van monumenten te vinden, waaronder de eerste romaanse kathedraal van het land. Deze werd in de elfde eeuw gebouwd om de strategische positie van de stad te verzekeren. Deze strategische positie wordt ook duidelijk door de aanwezigheid van de burcht Ciudadela, die afstamt uit de zestiende eeuw. Daarnaast valt er in deze stad ook het fort van Jaca Fuerte de Rapitán, de kerk San Cristóbal, het klooster van de Benedictijnen en de toren Torre del Reloj te bewonderen.
