Het grote voordeel van een schiereiland als Bretagne is dat er een kustlijn is van maar liefst 1200 kilometer. Bovendien is afgesloten van het vasteland en heeft Bretagne daardoor een heel aparte cultuur. Die maakt dat de Bretoenen een eigen taal hebben, het Bretoens. Ook zijn er lokale culinaire specialiteiten zoals de crêpes en boekweit galettes die opgevuld zijn met allerlei zoutigheden. Cider dient om dit alles door te spoelen. Je blijft dus zeker niet op je honger zitten tijdens een weekje Bretagne.
Het grote voordeel van een schiereiland als Bretagne is dat er een kustlijn is van maar liefst 1200 kilometer. Bovendien is afgesloten van het vasteland en heeft Bretagne daardoor een heel aparte cultuur. Die maakt dat de Bretoenen een eigen taal hebben, het Bretoens. Ook zijn er lokale culinaire specialiteiten zoals de crêpes en boekweit galettes die opgevuld zijn met allerlei zoutigheden. Cider dient om dit alles door te spoelen. Je blijft dus zeker niet op je honger zitten tijdens een weekje Bretagne.
Dag 1: Begin bij de Mont Saint-Michel
Begin je reis aan de befaamde Mont Saint-Michel, die eigenlijk nog deel uitmaakt van Normandië. Je moet er wel wat voor over hebben om de toeristische 12de eeuwse abdij en de mooie romaanse kerk te bereiken. Je baant je eerst een weg door massa's toeristen en souvenirwinkeltjes, maar het is echt de moeite om er te zijn. Zeker op het moment dat het water aan een snelheid van galopperende paarden op je afkomt en het stadje omsluit. Wees gerust, er is een uitgangsweg!
Dag 2: Bezoek havenstadje St.-Malo en middeleeuwse straatjes van Dinan
Rij daarna verder naar de havenstad St.-Malo, die eveneens bijna volledig omgeven is door water. Je kan er kuieren in de gezellige straatjes, snuisteren in winkeltjes of smullen van crêpes of galettes. Naast een wandeling rond de 14de eeuwse stadsmuren zijn ook de citadel, de kathedraal en het kasteel dat nu dienst doet als stadhuis, een bezoekje waard.
Ga via Dinard richting het prachtige ommuurde Dinan aan de Rance rivier. Hier kan je de middeleeuwse sfeer opsnuiven in de kasseien straatjes met houten huizen en ruïnes van kastelen. Deze kunstzinnige stad heeft ook verschillende kunstgalerijen. Verder kan je zeker niet naast de gotische kerk en de romaanse basiliek kijken.
Dag 3: Op naar het meest westelijke deel van Frankrijk
De volgende tussenstop is Pointe du Raz, het zogenaamde meest westelijke deel van Frankrijk. Wie de wind hier kan weerstaan, kan genieten van een prachtig uitzicht van rotsen met kolkend water en in de verte een vuurtoren.
Als je goed uitgewaaid bent, kan je je tocht verder zetten richting een grotere stad: Quimper. Deze stad, die op de kruising van de rivieren Odet en Steir ligt, staat bekend om zijn aardewerk met blauw-gele traditionele Bretoense figuren erop. Het is dan ook de moeite om het Musée de la Faience een bezoek te brengen. Daarnaast zijn er genoeg andere bezienswaardigheden, zoals de Saint Corentin kathedraal, die hoog boven de stad uittorent.
Dag 4:
Zet je weg verder naar Pont l' Abbé, een stadje dat haar naam heeft gekregen, omdat een pater hier de eerste brug over de riviermonding heeft gebouwd. Dezelfde man bouwde het kasteel waar je nu het Musée Bigoudin kan bezoeken met traditionele Bretoense kostuums en meubilair. Verder kan je ook naar het park of de overdekte markt.
Vervolg je reis naar Concarneau, een stad die uit twee aparte delen bestaat. Laat het moderne deel links liggen en bezoek het middeleeuwse deel Ville Close. Dit is een ommuurd stadje dat op een eiland midden in de haven van Concarneau ligt. Het zal dan ook niet verbazen dat zich hier het Musée de la Pêche bevindt, waar je alles over zeevaart te weten komt. Vanaf de stadsmuren heb je ook een goed uitzicht over de haven met de kleurrijke vissersbootjes.
Als je tijd hebt kan je een tussenstop maken in Pont Aven, waar in 1980 Gaugin zich vestigde met zijn school en waar nu nog steeds veel kunstgalerijtjes zijn.
Dag 5: Het hoogtepunt van Bretagne in Carnac
Ga daarna richting Carnac. Dit stadje zelf heeft niet veel te bieden, maar in de velden er rond staan wel 2700 rechtopstaande stenen. Je kan hier rondlopen en het Musée de la Prehistoire geeft meer uitleg over deze menhirs die tussen 4000 en 2000 voor christus zouden zijn geplaatst.
Dag 6: UItbollen in Vannes
Je grootste en laatste halte is Vannes. In deze stad kan je je urenlang vermaken. Je kan wandelen door de pittoreske straatjes of in de grote overdekte markt voedingswaren of kunstvoorwerpen kopen. Ook moet je de Saint Peter's kathedraal gaan bezichtigen, die bekend staat om zijn mengeling van stijlen. In één van de bloementuinen, zoals die van het Château de l' Hermine, kan je uitrusten van je prachtige reis.
Dag 7: De terugreis
Op een week tijd heb je echt wel de mooiste plekjes van Bretagne gezien. Als je ons parcours volgt heb je in Bretagne ongeveer een 550 km gedaan. Dat is een hele afstand en dan moet je nog helemaal terug naar België of Nederland. Vertrek dus goed uitgerust aan je terugreis.