Andalusië is werkelijk op eender welke manier te bezoeken. De Zuid-Spaanse provincie herbergt een schat aan wandelpaden aangepast aan elk stappersniveau. In Andalusië kan je wandelingen maken met de hele familie, rustige tochten met de hond, maar ook enkele steile beklimmingen te midden van een kleurrijke natuur voor de geoefende alpinist.
Andalusië is werkelijk op eender welke manier te bezoeken. De Zuid-Spaanse provincie herbergt een schat aan wandelpaden aangepast aan elk stappersniveau. In Andalusië kan je wandelingen maken met de hele familie, rustige tochten met de hond, maar ook enkele steile beklimmingen te midden van een kleurrijke natuur voor de geoefende alpinist.
Waar beginnen?
Voor een afwisselende vakantie is Nigüelas de perfecte uitvalsbasis. Het bescheiden dorpje telt amper duizend inwoners, maar ligt op slechts een halfuurtje rijden van Granada. Bezoek het Alhambra om een dag later van de prachtige natuur te genieten tijdens een wandeling in de Sierra Nevada, de Alpujarra en de Valle de Lecrin. Hoewel Andalusië een heel toeristische bestemming is, zijn de wandelpaden er veel minder platgewalst dan in andere mooie natuurgebieden. Op dagen dat de zon je genadig is, is het nochtans echt de moeite om erop uit te trekken in één van de vele natuurparken. Hieronder beschrijven we drie wandelingen in oost, west en midden Andalusië die echt de moeite waard zijn. Ze hebben allemaal een lichte tot gemiddelde moeilijkheidsgraad.
Sierra de Aracena
Deze 11 kilometer lange wandeling loopt door de Sierra de Aracena. De uiteindes zijn twee mooie dorpjes op zo'n 100 kilometer van Sevilla: Alájar en Linares de la Sierra en je komt ook het verlaten dorpje Los Madroñeros tegen.
- Je begint in Alájar. Aan het einde van de Calle Pintor Antonio Milla moet je links gaan bij het bord Sendero Los Madroñeros.
- Volg daarna de pijl naar rechts richting Los madroñeros. Als je het kasseien wegje volgt, zal je al snel het verlaten dorpje zien opdoemen.
- Als je na een half uur in het dorpje aankomt, ga dan links van de kerk naar het dorpsplein. Steek het plein over en neem het pad dat tussen twee huizen door loopt.
- Nadat je een beekje bent overgestoken moet je langs links door een ruïne van een boerderij en daarna opnieuw links. Let op, want hier is het pad niet zo duidelijk zichtbaar. Als je juist zit kan je nu in de verte Linares al zien.
- Je steekt nog een riviertje over en als je het pad tussen twee hoge muren volgt kom je uit bij de eerste huizen van het dorp.
- Als je het dorpje zelf niet wil bezoeken, ga dan meteen links aan het bord met de routekaart. Sla dan meteen nog eens links af.
- Wanneer je een houten poort ziet, ga dan rechts en vervolgens links.
- Uiteindelijk kom je uit op een bord met een plan voor de terugtocht naar Alájar, waar je weer naar links moet. Het pad loopt onder eikenbomen, waar varkens vrij rondlopen om zich te voeden aan de eikels. Vergeet zeker geen jamón Ibérico te proeven voordat je weer naar huis gaat.
- Ga naar links vlak voordat je een grote weg tegenkomt. Nadat je houten trapjes bent op- en afgegaan en een verbodsbord voor quads bent tegengekomen, moet je scherp naar links.
- Dan begint je afdaling, waarbij het pad eerst langs de linkeroever van een beekje loopt en daarna de rechteroever kruist. Zo bereik je na ongeveer 3 uur opnieuw de huizen van Alájar.
Alpujarra
Deze regio tussen de Sierra Nevada en de Middellandse zee heeft veel te bieden: prachtige uitzichten, groene valleien en verfrissende rivieren. Dit is dankzij het smeltwater van de sneeuw op de twee hoogste toppen van Spanje. De wandeling die we hebben uitgekozen maakt een lus van 8,5 kilometer met als begin- en eindpunt Ferreirola.
- Je tocht begint in het dorp aan de kaart van de GR142 route.
- Nadat je twee waterbronnen bent gepasseerd, kom je twee splitsingen na elkaar tegen waarbij je telkens rechts moet nemen. Je afdaling eindigt bij de ruïnes van een molen.
- Steek de rivier over en wandel weer naar boven, waar je langs nog een oude molen en enkele huizen komt.
- Neem de geasfalteerde weg naar links en verlaat hem weer aan het kruispunt, door een pad naar links te nemen.
- Wanneer je aan de voet van de berg komt moet je de Trevéles rivier weer oversteken en zie je een derde molenruïne.
- Uiteindelijk neem je de Calle Laurel naar links, die aan de buitenkant van Busquistar loopt.
Als je een terrasje wil doen in het dorp, ga dan naar rechts. Zo niet, daal dan af naar links, waar een bord je vertelt dat Ferreirola nog 2,7 kilometer ver is. Als snel duiken er weer rood-witte GR markeringen op die je kan volgen. Wandel onder de eikenbomen door en blijf het pad volgen. Wanneer het pad samenkomt met het pad dat je hebt genomen om uit Ferreirola te gaan, neem dan rechts en wandel richting het dorpje.
Los Alcornocales
Los Alcornocales is een bosrijk natuurpark in het meest zuidelijke deel van Spanje. Aan de rand van dit park kan je een prachtige tocht maken onder het dorpje Gaucín. Prachtige uitzichten en indrukwekkende fauna en flora vergezellen je op je wandeling.
- Begin je wandeling in Calle Queipo de Llano, waar je op het einde naar rechts omhoog moet.
- Neem dan een pad naar beneden op je linkerkant.
- Neem bij de volgende splitsing rechts.
- Nadat je de overblijfselen van een boerderij bent gepasseerd, komt je pad samen met andere paden. Houd rechts aan en volg de cypressenrij, die Van Gogh ongetwijfeld graag had geschilderd.
- Neem links bij de volgende splitsing en ga rechts van een rode poort verder. Hier zal je even op adem moeten komen door het adembenemende uitzicht.
- Volg bij de volgende splitsing het rechterpad, dat eerst richting de el Hacho berg gaat, maar daarna gelukkig weer buigt.
- Nadat je een tweede elektriciteitsmast bent gepasseerd, duikt het pad links naar beneden en brengt het je naar de kapel van Juan de Dios. Wanneer je met je rug naar de kapel staat, moet je het linkerpad nemen.
- Voordat je pad op de grote weg uitkomt heb je drie opties. Kies voor de gulden middenweg. Zo kom je na 7,5 kilometer weer aan in Gaucín.
