Geschiedenis van Zürich

Rond de eerste eeuw voor Christus lag er een Keltische nederzetting, Turicum, op de heuvel Lindenhof. Later kwam er op deze heuvel een Romeins fort. In de tijd van de Romeinen diende 'Turicum' als tolplaats. Schepen die over de rivier aankwamen, moesten belastingen betalen om de provincie Raetiate betreden. In de negende eeuw stond op de heuvel een Karolingisch paleis, dat toebehoorde aan de kleinzoon van Karel de Grote, Louis de Germaan.

Pas rond de tiende eeuw dook de naam Zürich voor de eerste keer op. Aan de voet van de Lindenhof kwam een handelspost. Zurich behoorde even tot de Zähringen-dynastie. De Zähringen waren een adellijke Duitse familie. In 1218 sloot de stad zich aan bij het Heilige Romeinse Rijk. In de 13de eeuw was Zürich al zo belangrijk, dat het de status van 'Reichsstadt' kreeg. Daardoor moest de stad alleen verantwoording afleggen aan de Duitse keizer. De handel in zijde, wol, leer en linnen maakte van Zürich een bloeiende handelsstad.

In 1315 sloot Zürich zich aan bij de Zwitserse Federatie. Ondertussen waren de handelaren te machtig geworden en werden ze vervangen door gildes. Die zouden aan de macht blijven tot eind 18de eeuw.

In de 16de eeuw was Zürich in de ban van de Reformatie. Ulrich Zwingli was de grote leider van de Reformatie. Hij predikte vanuit de Grossmünsterkathedraal. Zürich is de vrijheid van meninsguiting altijd hoog in het vaandel blijven dragen. In deze periode bereikte de rijke stad zijn hoogtepunt. Een eeuw later vonden de Hugenoten een onderkomen in de stad.

In de 19de eeuw groeide Zwitserland uit tot een belangrijk financieel en industrieel centrum. De Hugenoten gaven de zijde- en katoenindustrie een nieuwe boost. Iemand die veel heeft bijgedragen aan de economische ontwikkeling van de stad was de liberale burgemeester Alfred Escher, die onder meer de Gotthardtunnel liet aanleggen. Ook op cultureel en wetenschappelijk gebied ontwikkelde de stad zich pijlsnel. In 1833 kreeg de stad een universiteit. Beroemde kunstenaars, waaronder Richard Wagner, James Joyce, Thomas Mann en Bertold Brecht maakten van Zürich hun woonplaats.

Tijdens beide wereldoorlogen nam Zwitserland een neutrale plaats in. Het land werd dus grotendeels gespaard van verwoestingen. Na de oorlog groeide Zürich uit tot één van de belangrijkste financiële centra ter wereld, met een centrale plaats in het internationale bankwezen. Zürich is de grootste goudmarkt ter wereld, de aandelenbeurs is één van de belangrijkste ter wereld.

Plaats een Geschiedenis van Zürich tip

Uw naam:

Uw emailadres:

Uw tip:

Plaats tip